Alec Bradley Nica Puro Toro
Tijdens de eerste bijeenkomst van het Veens
Sigarengenootschap “De Bolknak” rookten we een Alec Bradley Nica Puro Gordo. Na
afloop kreeg ik deze iets kleinere Toro mee om te beoordelen:
Volgens de fabrikant is deze 52 x 6 maar ik meet 48 x 5,9.
Hij heeft een mooi chocoladebruin kleurtje en de eerste smaken zijn wat
kruidachtig, een tikkeltje prikkelend met af en toe een zoetje.
Zoals de naam al doet vermoeden, is deze sigaar geheel
vervaardigd uit Nicaraguaanse tabakken. Alec Bradley laat deze sigaar door
Nestor Plasencia maken in Esteli, de kleinere van Plasencia’s twee fabrieken in
Nicaragua. Het getal 1685 op het bandje verwijst naar het jaar waarin de stad
Esteli, het centrum van de Nicaraguaanse sigarenindustrie, is gesticht. Samen
met zijn drie fabrieken in Honduras is Nestor Plasencia goed voor dertig
miljoen sigaren per jaar, o.a. van 5 Vegas, Padilla, Casa Magna en Rocky Patel.
Hij is mede-verantwoordelijk voor het samenstellen van de blend van de AB Nica
Puro.
De Toro is wat pittiger dan de Gordo die ik vorige week
rookte – of dat moet toen weggespoeld zijn door al het bier dat op die avond
vloeide... Ik hou wel van een beetje pittige sigaar, dus mij hoor je niet
klagen, maar hier moet wel een drankje bij. Een hacootje dan maar, Havanna Club
7 en cola. Ik kieper er ook nog een paar blaadjes munt bij, gewoon omdat die toch
naast me staan in de tuin :-)
Als ik de sigaar even op de asbak leg, valt de askegel er
spontaan af. Niet erg stevig dus maar wat zou het. De trek is verder goed maar
de brand is wat scheef. Af en toe een vlammetje erbij en geen haan die er naar
kraait. In mijn korte broek in de zon met een sigaar en een drankje laat ik
vanmiddag alles langs me afglijden!
Het tweede deel begint wat tam. Ik proef alleen wat milde
aardse smaken met een snufje hout. En een heerlijk zoete muntsmaak, maar die
komt niet van de sigaar... Verder gebeurt er niet zoveel in deel twee. Hopelijk
trekt de sigaar in het laatste deel weer wat aan.
Zit ik met het bandje te spelen, blijken het er twee te
zijn. Ik heb een hekel aan sigarenbandjes. In het beste geval gaan ze er zonder
problemen af maar vaak raakt het dekblad toch beschadigd. Helaas is de trend
tegenwoordig om ze steeds groter te maken, en dan liefst twee of drie tegelijk.
Alleen een bandje aan de voet kan ik nog wel waarderen: gaat er makkelijk af en
beschermt het vuureinde.
In het laatste deel proef ik ook een beetje leer en wat aardse
smaken. Daarmee herbergt deze sigaar toch maar mooi zeven van de tien
smaakgroepen die ik doorgaans in sigaren pleeg te herkennen (waarbij de
categorie “Overig” nare smaakjes zoals zuur, bitter, metalig en muffig bevat,
en er van mij dus niet per se bij hoeft te zitten).
De brand is wat moeizaam in het
laatste deel. Even de aandacht erbij houden dus om te voorkomen dat de sigaar
vroegtijdig uitgaat. Of is dat de voorbode van het omslagpunt? In de verte neem
ik wel iets nootachtigs waar dat vaak aan het omslagpunt vooraf gaat. Niet zo
gek, want na een uur of twee roken zijn er nog maar een cm of vier over. Ik
besluit de Toro te ruste te leggen.
Een mooie, complexe en
afwisselende sigaar van gemiddelde intensiteit, deze Alec Bradley Nica Puro.
Het tweede deel was een beetje saai en in het derde deel had van mij best wat
meer peper mogen zitten, maar verder een puik stokkie. Mijn dank aan de gulle
gever voor deze mooie middag!